het regend in de wolken - Reisverslag uit Rantepao, Indonesië van Robert Domper - WaarBenJij.nu het regend in de wolken - Reisverslag uit Rantepao, Indonesië van Robert Domper - WaarBenJij.nu

het regend in de wolken

Door: Robert

Blijf op de hoogte en volg Robert

23 Juni 2015 | Indonesië, Rantepao

Het was de laatste dag in Mamasa en helaas weer tijd om verder te reizen. Als het aan mij had gelegen had ik hier nog wel een paar maanden gezeten, maar dat gaat natuurlijk niet. Om 8 uur was de auto er al om de spullen, Jakko en Andrea naar Rantepau te brengen. Terug over de Hell road van Mamasa. Andrea omdat haar het alternatief dat Loek en ik hadden gevonden niet aanstond, en Jakko omdat hij onderweg nog iemand moest bezoeken. Toen de auto uit het zicht verdween liepen loek en ik naar Soloman. Ik heb in een eerder verslag geschreven dat de weg waarover we naar Mamasa gekomen waren, de enige weg is. Maar dat is niet helemaal waar, er is nog een andere optie. Je moet weten dat Mamasa en Rantepau relatief dicht bij elkaar liggen, maar dat er een zootje bergen tussen liggen. Om er met de auto te komen moet je dus eerst een heel end naar het zuiden rijden (de bergen uit), om daar dan weer een weg naar het noorden te nemen (langs de bergen naar Rantepau). Erg omslachtig. In het verleden zijn er aardig wat padjes verschenen in de bergen. De meeste gemaakt door houthakkers of boeren. Deze paden liepen steeds dieper de bergen in. Padjes werden verbonden en op een eind was het mogenlijk om van Mamasa naar Rantepau te lopen. Een hike van ongeveer 90 KM die in 3 dagen gedaan kan worden. Maar daar hadden we helaas geen tijd voor. Het was Soleman die op een avond tegen ons zij: waarom doe je het dan niet achterop een motor scooter? Is dat mogenlijk dan? Vroeg ik. Ja, ze hebben er een aantal jaar geleden een beton pad van gemaakt. Toen was het zelfs met de auto goed te doen. Inmiddels hebben een aantal jaren regenseizoen ervoor gezorgd dat er groten delen van de weg zijn weggespoeld, maar op de motor is het nog te doen in 3 uur. En zo kwam het dat Loek en ik bij Soleman voor achterop twee motor scooters stapten en we opweg gingen.

Het eerste stuk van de weg was erg blubbereg en zat vol diepe kuilen, na een aantal kilometer werd de weg steviger en begonnen we meer te klimmen. Het werd al snel duidelijk waarom het niet meer mogenlijk was om de weg met een auto te doen, de weg was er echt slecht aan toe. ondertussen had de dichte bebossing en bebouwing langs de weg plaatsgemaakt voor een prachtig uitzicht over het dal. Het was helder en we konden dan ook ver kijken. Boven aan de eerste bergpas was onze eerste stop. We waren nu ongeveer een uur onderweg en begonnen al last van een houte kont te krijgen. Lekker dat we er even af konden. Het dal aan de andere kant van de bergpas was compleet in de wolken gehuld. Het wolkendek zat op dezelfde hoogte als dat wij zaten en we konden dan ook niks zien. Wel grappig, als je daar staat en je draai een rondje dan heb je aan de ene kant een dal waar geen wolkje aan de lucht hangt, en aan de andere kant een dal dat je niet kan zien omdat je in de woken zit. We zaten echt op de grens.

Onze koffie was op en dus gingen we weer verder, de wolken in. We waren over het hoogste punt heen, vanaf hier was het dus naar beneden rijden. De weg was er hier nog slechter aan toe, en omdat het regent in de wolken was alles nat. Niet echt de ideale omstandigheden om op een scooter naar beneden te rijden. Gelukkig hadden onze bestuurders het vaker gedaan en leidden ze ons probleemloos over de gevaarlijkste stukken weg. Een tiental kilometers na de top kwamen we de eerste boerderijtjes en huisjes alweer tegen. Een teken dat we langzaam aan dichter bij de bewoonde wereld kwamen. Weer een tiental kilometers verder reden we een dorpje in een dal binnen. Het dal rond het dorpje was helemaal beplant met rijst wat een schitterend tavereel opleverd, maar daar was het me nog niet eens om te doen. In het dorp ging de hobbelweg namelijk over in een asfaltweg. Een vande vlakste asfaltwegen die ik hier heb gezien. Het was een verademing voor me kont, die ik inmiddels niet meer voelde.

Na een paar kilometer op deze weg wist ik niet meer hoe ik zitten moest, maar reden we wel een drukke stad in. We zijn er eindelijk dacht ik, maar helaas, we moesten nog 20 minuten rijden om in Rantepau te komen. De laatste loodjes wegen het zwaarst zeggen ze dan, en dat was ook zo. Toen we er eindelijk waren hadden we 5 uur achter op de scooter gezeten, wat nog wel meevalt. Meestal moet je de tijden hier verdubbelen, zeggen ze het is nog 1 uur dan is het eigelijk nog 3 uur. Is het nog 2 uur dan is het eigelijk nog 4 uur en zo voort. Ons was verteld dat het 3 uur rijden was dus waren we van 6 uur uitgegaan.

In een barretje waar we aan het schuilen waren voor de regen (gelukkig waren we droog over gekomen) kregen we contact met Jokko, de auto had onderweg wat probleemen en hij meldde ons dat het dus wat later werd voordat ze aankwamen. Eerst had de brandstofpomp het begeven, na die weer aan de praat te hebben gekregen vervolgden ze hun weg totdat de remmen het begaven. Ook dit werd onderweg opgelost door de ontluchtingsnippel op een remklouw te vervangen voor een afgeknipte spijker met naaigaren er omheen. Maar dit was toch wel iets zat bij de eerstvolgende garage opgelost moest worden. Loek en ik hadden dus ruimschoots de tijd om en mooi hotel te zoeken. Om 11 uur kwamen Jakko en Andrea dan eindelijk aan en konden we gaan eten.

Indonesie kent duizende verschillende talen, culturen, en volkeren. Rond Rantepau is dit het Toraja volk, bekend om hun aparte bouwstijl van huizen en hun begrafenis ceremonies. De huizen had ik inmiddels genoeg gezien dus werd het tijd voor een begrafenis ceremonie. Als er iemand van een Toraja familie is overleden, dan word deze persoon in een kist in huis bewaard. Er zit namelijk aardig wat voorbereiding aan een begrefenis, en meestal moet de familie eerst nog een paar jaar sparen voordat er genoeg geld is om het feest te kunnen houden (ik heb iemand gesproken die haar oma in een kist onder haar bed had liggen (echt waar)). Als het financiele plaatje dan rond is word er op de plek van de bergavenis een compleet dorp gebouwd. Het feest duurt meerdere dagen, hoe belangrijker iemand was, moe langer het feest duurd. Ik noem het een feest omdat het ook echt een feest is. De overledene is meestal al zo lang dood dat niemand er meer om treurt. Verder vieren ze juis dat iemand heeft geleeft, iet waar we naar mijn idee in europa nog wat van kunnen leren.

In Rantepau beweerd iedereen die Engels spreekt dat hij een 'official tour gide' is, en dat hij je mee kan nemen naar een begravenis ceremonie. Ze zorgen er ook voor dat dit de enige manier is om er te komen, door een gids te nemen. Als je vraag waar het is dan zal iedereen zeggen: weet ik niet, maar ik kan een gids regelen, of: ik ben een gids, ik neem jullie wel mee. Zo word het toerisme is Rantepau beheerd door een monopolie van gidsen. En als er iets is waar ik een hekel aan heb, dan is het wel schandalig veel geld neerleggen voor iemand die in het halfgebakken Engels leugens verkondigd om indruk op je te maken, een gids dus. We besloten dus lekker eigenwijs te zijn en het toch zonder gids te doen. We stonden vroeg op en schoten op straat een auto aan die we voor de hele dag inhuurde. We hadden toch voor elkaar gekregen om achter de lokatie van twee ceremonies te komen, en onze chauffeur wist er ook nog een. Na een uurtje rijden waren we er. Het was niet moeilijk te vinden want toen we in de buurt kwamen hoefden we alleen maar de stoet vrachtwagens volgeladen met mensen en een varken te volgen. Dit waren families die een varken mee hadden als geschenk. We stapte uit en volgde de stoet mensen een dalletje in.

Onderweg naar beneden passerde we verschillende groepen mensen die bezig waren om hun varkens onder bamboe draagstokken te hangen. Deze geschenken moesten dan vervolgens bij een loket aangemeld worden, hier werd dan genoteerd welke familie wat schenkt. Het idee is dan dat als er iemand van die familie is overleden, dat ze een zelfde soort geschenk terug krijgen. Dus wat je schenk dat kan je op je eigen begrafenis terug verwachten. Langs de rest van de weg was aan weerszijde een tribune gebouwd. Deze tribune had in plaats van stoelen een soort hokjes van 2 bij 2 meter. Iedere familie kreeg een hokje toegewezen en kon hiervandaan het pad in de gaten houden. Op het pad werden de geschonken dieren geshowd voordat ze werden geslacht. Het was dus eigenlijk een amirikaans feestje, iedereen neemt wat mee en dat werd dan klaargemaakt en verdeeld onder de gasten. Zelf hadden we natuurlijk ook wat mee en dat werd dan ook duidelijk gemaakt door een omroeper die alle geschenken omriep: een slof sigaretten en een kilo rijst van de hollanders. Het werd gewardeerd.

We waren te laat om bij het buffelgevecht te zijn maar konden nog wel meekijken hoe de beesten door een groep mannen vakkundig werden geslacht, met vlijmscherpen parangs (kapmessen) gingen ze heel noukeurig te werk. Het vlees werd meteen maar de keuken gebracht en berijd. Het aantal waterbuffels dat er word geslacht is ook weer een manier om aan te tonen hoe belangrijk iemand was. De horens worden daarom bewaard en aan het traditionele familie huis opgehangen. De grotte van de horens bepaald dan ook weer hoe duur het beest is. Dus hoe meer waterbuffels met grote horens er worden geslacht, hoe meer aanzien iemand had. Voordat we verder konden werden we aangesproken door een jong vrouwtje van de catering. Zijn jullie hier zonder gids? Ja inderdaat. Ow leuk, volg mij maar dan krijgen jullie koffie van me. Helemaal goed. We kregen een hokje op de tribune en binnen de kortste keren werden er koffie en pindas gebracht. Hiervandaan konden we ook mooi het pad in de gaten houden waarover de varkens werden gedragen. Na de koffie besloten we verder te kijken en onze gastvrouw besloot om met ons mee te gaan. Ze vertelde ons over de ceremonie en liet ons het gebouwtje zien met de kist. Dit gebouwtje was ook weer gebouwd als een traditioneel toraja huis. Boven lag de kist en onder zat de direkte familie. Het is dat het trappetje niet zo stevig is, anders konden jullie wel even bij de kist kijken. Zij onze gastvrouw. Het was duidelijk dat we meer dan welkom waren.

Tegen de middag kregen we honger en keerde we terug naar ons hokje, hier vonden we de pinda's van vanochten in een zakje, onze gastvrouw had ze ingepakt zodat we ze mee konden nemen. Bijzonder. Vanwege de drukte werd ons gevraagd of we ons hokje aan een andere familie af konden staan, en ons eten dan in de keuken zouden eten. Prima. En zo kwamen we in een soort magazijntje van de keuken terecht waar twee kinderen lagen te slapen en wat outjes in een hoek zaten te eten. We kwamen er bij zitten en smulde van het eten. Er was heerlijk gamarineerde vis en de varkenssate was zo vers dat het varken waarschijnlijk nog geen uur door was. Het was heerlijk. Na het eten liepen we nog een rondje en hebben we staa kijken bij het slachten van de varkens. Dit ging bijna aan een stuk door. De varkens die nog steeds onder hun draagstok hingen werden op de grond gelegd en met een snelle steek achter de poot werd de slagader doorgesneden. Het varken merkte er niks van. Vervolgens kwam er twee man met vlammenwerpers die het beest van haren te ontdoen voordat twee slagers in de weer gaan met het karkas. Het vlees word in plastic tasjes gestopt en verdwijnd de keuken in. De ingewanden en het bloed worden in bamboe kokers gestopt en worden ook weer gebruikt in de keuken. Ze laten hier niks verloren gaan.

Tegen de tijd dat we weg gingen was het meerendeel van de bezoekers dronken van de palmwijn. Het begon te druppelen toen we omhoog liepen, de laatste 50 meter hebben we zelfs nog gerend omdat het ineens zo hard begon te hozen. We waren weer net op tijd weg. We hadden og wat tijd dus onze chauffeur bracht ons naar de volgende lokatie, we hadden nu een begrafenis meegemaakt. Tijd om wat grafen te bezoeken.

De toraja hebben verschillende manieren om hun dooie te begrafen, een van de indrukwekkendste manier vind ik de rotsgrafen. In Lemo bevind zich het bekentste rots met grafen van sulowesie. De rotswand is bezaaid met uitgehakte ruimtes met deurtjes er voor. Achter deze deurtjes is dan een wat grotere ruimte uitgehakt waarin de kist is geplaatst. Lemo is zo bekend vanwege de vele houten figuurtjes die op de rots staan, deze figuurtjes zijn de afbeelding van de mensen die in de rots begrafen liggen. Ik vind het alleen gek dat Lemo de bekendste is terwijl 80 procent van de houten mannetjes niet orgineel zijn. De orginelen zijn jaren geleden al aan toeristen verkocht. Maargoed, het was wel geinig om te zien hoe al die deurtjes zo gaotisch over de rotswand versprijd liggen.

Voor de volgende dag werden we weer vroeg opgehaald door onze chauffeur, vandaag zouden we nog meer grafen bezoeken. Maar eerst zouden we wat uitzichten over de sawha's bewonderen. We richting het noorden van Rantepou, de bergen in. We reden hoger en hoger, het uitzicht zou hier schitterend moeten zijn, maar helaas zaten we weer in de wolken en regende het dus weer. Onze tocht omhoog eindigde bij een rotswand vol grafen. Deze was totaal vrij van toeristen en er was zelfs een groepje mannen bezig niewe grafen uit te hakken. Een graf dat net was afgerond was laag bij de grond en goed toegankelijk. Natuurlijk zijn we hier ingekropen en hebben we de ruimte bewonderd. Het was een familie graf voor 5 personen. Het vloeroppervlak was ongeveer 2 bij 2 meter en net te laag om in te kunnen staan. De doorgang was ongeveer 60 bij 60 centimeter. Alles uitgehouwen in de bunkerharde rotswand.

Eenmaal weer beneden reden we door naar Londa, ook weer een begraafplaats. Dit keer ging het om een natuurlijke grot waarin de kisten werden opgestapeld. Met een gids met stormlamp betraden we de grot. De grot was bezaaid met botten en schedels omdat de kisten gewoon op elkaar werden gestapeld. De onderse kisten waren mestal al verrot, en als ze het gewicht van de kisten erboven niet meer konden dragen.... Krak, overal botten. Hier en daar waren ze wel weer bij elkaar geraapt en in een open kist gegooid, maar daar werd het ook niet beter op. Deze grot was van de doden, dat was wel duidelijk.

Als laatste bestemming in Rantepau hadden we nog een begraafplaats. Weer een overhangende rots, maar hier werden er een aantal balken in de wand geslagen waar de kisten op worden gezet. Dus geen uitgehakte ruimtes maar gewoon de kisten op verschillende hoogtes op de rotswand, staand op een drietal balken in de rots. Meerdere kisten waren al verrot, bij deze kiste viel dan de inhoud door de bodum op het pad waar wij liepen, deze was dus ook weer bezaaid met beenderen en schedels. Weer een gezellige plek.

Dit was Rantepau en het bijbehorende Toraja volk. Een volk dat tot de 19e eeuw veel verschillende tradieties en ceramonien kenden, tot de Hollanders in 1905 de diens begonnen uit te maken en bijna al deze tradieties afschaften. De enige tradieties die er nu nog over zijn zijn degenen die ik hierboven heb beschreven. Het is denk weer duidelijk, in die tijd was sterfen het enige wat de mensen nog mochten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Robert

Actief sinds 22 Mei 2013
Verslag gelezen: 221
Totaal aantal bezoekers 32797

Voorgaande reizen:

10 Juni 2015 - 10 Juni 2015

Sullowesie

13 Juni 2013 - 02 December 2013

Wereldreis met Fabian. fabdegroot.waarbenjij.nu

Landen bezocht: