Bali by scoototoeter - Reisverslag uit Kuta, Indonesië van Robert Domper - WaarBenJij.nu Bali by scoototoeter - Reisverslag uit Kuta, Indonesië van Robert Domper - WaarBenJij.nu

Bali by scoototoeter

Door: Robert

Blijf op de hoogte en volg Robert

12 September 2013 | Indonesië, Kuta

De beste manier om Bali te verkennen is met de auto, tenminste als je de reisboeken moet geloven. Maar zo’n 80% van de bevolking rijd hier op een scooter, dus waarom niet op de scooter? Voor een scooter betaalden we €3,20 per dag, we besloten dus ook om een week op de scooter rond te gaan toeren. De scooter was zo geregeld, en dan met opzet een oud afgetrapt ding, dan vallen de krassen die wij er in rijden niet zo op. Onze backpack’s lieten we achter in het hotel, deze week zouden we licht reizen. Dus alleen een zwembroek, t-shirt, en een handdoek. Is het vies, dan spring je ermee te water. Heel relaxt om zo te reizen. Toen we klaar stonden om te vertrekken werd er nog een laatste vraag gesteld; jullie hebben toch wel een rijbewijs hé? Ja die hebben we. Okee tot over een week dan maar.

En het was maar goed ook dat we een internationaal rijbewijs meehadden, deze hadden we nodig voor de camper in New Zealand, maar hier op Bali hebben we hem meer gebruikt. We werden twee keer aangehouden door de politie. De eerste keer lieten we ons internationaal rijbewijs zien en mochten we weer door. De tweede keer reden we in Kuta de verkeerde kant in van een één richting weg. We stopten optijd maar de politie die op de hoek stond wou evengoed ons rijbewijs zien. we hadden mazzel dat een Australiër op een scooter ons de weg involgden en dat hij geen rijbewijs op zich had. ze wouden ons na het zien van het rijbewijs nog wel bekeuren maar omdat ze meer konden verdienen aan de Australiër mochten wij weer door.

De scooters huurden we vanuit Kuta en we reden de eerste dag richting Tebanan. Hier bezochten we een vlindertuin, een perfecte locatie om me macro lens op me camera te schroeven. We moesten alleen wel even wennen aan de wegen en het verkeer er op. Bewegwijzering kennen ze haast niet en iedereen rijd als een idioot. Met het links rijden hadden we geen moeite, dat hadden we in New Zealand namelijk al een maand gedaan.

De kaart van balie was een toeristen kaart, met globaal de wegen en trekpleisters er op. Hierdoor reden we dus langs de vlindertuin en nog 15 km verder. Konden we dat hele eind weer terug rijden. Maar uiteindelijk vonden we het en konden we tussen de andere Nederlanders door te tuin lopen. De vlinders waren een lust voor me camera, verder hadden ze ook gigantische wandelende takken en bladeren, kevers en ik kreeg zelfs een schorpioen op me hand. Het was misschien meer gericht op gezinnetjes maar ik heb me hier prima vermaakt!

Het was al wat later en besloten in Tebanan een hotel te zoeken, alleen bleek Tebanan helemaal geen toeristische ingestelde stad en vonden we het eerste hotel pas na een uur rondrijden. En deze zat nog vol ook. Gelukkig was een medewerker zo vriendelijk om voor ons uit te rijden naar een ander hotel. In dit hotel hadden we de goedkoopste overnachting op Bali, en dat mocht ook wel voor zo’n simpel hotel.

Na onze scooters en tassen te hebben gedropt gingen we de stad in. Op de markt waren we de enige toeristen en aten we bij een lokaal kraampje. Een local die voor ons was rade ons wat aan, en dit was inderdaad goed te eten. Voordat we terug gingen naar het hotel haalde we eerst nog wat flessen Bintang in de supermarkt, dit is het lokale bier. In de lobby van het hotel hadden we een tafel gespot met een schaakbord er op, en zo kwamen we de avond wel door. Van de drie potjes wist ik er een te winnen, het gaat fab steeds slechter af.

De volgende morgen vertrokken we naar Tanah Lot, een mooie tempel aan zee. De tempel was inderdaad heel mooi, maar er liep een interessantere attractie rond: wij. Groepen Aziaten (ik denk Koreanen) wouden met ons op de foto, heel bijzonder.

We hadden nog de mazzel vroeg in Tanah Lot te zijn, nog voor de groten groeps toeren komen. We gingen dan ook voor de middag de weg weer op. We begonnen ons al meer aan het verkeer aan te passen. Gewoon vol gas slalommen tussen de auto’s door. In je korte broek en t-shirt, maar wel met een helm op. Helemaal gek! Ik heb op deze manier 90 gereden en ik had nog gas over. Harder dorst ik niet. Onderweg stopten we nog bij een tempel, geen bijzondere maar evengoed mooi om te zien. de volgende stop was bij de Gitgit watervallen, een gids beweerde dat we het zonder hem nooit zouden vinden, maar dit geloofde we niet helemaal, en helemaal niet voor de prijs die hij noemde. Nou is één euro 1280 Rupiah waard, dus lopen we met miljoenen opzak over straat en geven we tonnen per dag uit. 3 ton voor een waterval blijft veel geld. Toen we het pad afliepen werden we gevolgd door twee Amerikaanse mannen die een gids ook vlouwenkul vonden. We praten wat met ze en stuiten wat verder beneden op een betaal loket. De Amerikanen betaalde eerst en toen ik mijn portemonnee trok zij hij vriendelijk: i got you. Hij had dus ook voor ons betaald, prima! Samen met deze kerels verkenden we de watervallen die in een prachtige omgeving naar beneden stortten.

Na van deze kerels afscheid te hebben genomen scheurde we weer verder, laat in de middag kwamen we in Singaraja aan, een grote stad met een aantal Nederlandse gebouwen. Hier sprak iemand ons aan en vroeg of hij ons kon helpen. We zoeken een goedkoop hotel zijden we, hij belde wat en zij: volg mij maar. Ik vertrouwde het niet helemaal maar goed hij beweerde dat er heel weinig hotels in de stad waren die we zinder hulp niet konden vinden, en ik had geen zin om weer een uur te zoeken. Dus we volgde de besten man maar.

Terwijl we voor een stoplicht stonden te wachten werd Fabian door iemand ander aangesproken met een mooier verhaal over een goedkoop en chill hotel, we besloten deze besten man meer te vertrouwen en met hem mee te gaan. We bedankte onze andere vriend en volgden onze nieuwe. Deze bracht ons naar Lovina, een dorpje aan de kust. Hij probeerde ons een duurdere kamer aan te smeren dan dat hij had belooft maar toen we daar niet mee akkoord gingen werden we bij de buren ondergebracht. Ook goed. Die avond aten we bij een strandtent waar we ook nog rustig bleven nazitten. Op een eind kwam Rasta naar ons toe, een relaxte Indonesiër met een rasta kapsel. En hij beweerde echt Rasta te heten, maar dat zal wel een bijnaam geweest zijn. Rasta wou ons de volgende dag op sleeptouw nemen en ik moet zeggen dat het allemaal goed klonk. Voor de volgende ochtend hadden we al dolfijnen spotten en snorkelen geregeld, maar dat was geen probleem. Rasta kon ons daarna oppikken. En zo spraken we het af.

De volgende morgen werden we kwart voor 6 gewekt, ze zijn hier namelijk gek op de zonsopkomst. Rond die tijd is het niet te warm, en je zie de zon opkomen. Wauw! (snurk). Om 6 uur voeren we uit in een traditionelen boot, een uitgeholde boomstam met schotten met aan weerskanten een drijver om je boot niet om te laten slaan.

In de boot werden we vergezeld door 3 Maleisiërs die verder weinig te vertellen hadden. Het was niet moeilijk te zien waar de dolfijnen waren, hier dreven namelijk al zo’n 150 bootjes, en als er ergens een dolfijn werd gespot schoten alle bootjes er als een meute wilde honden op af. Maar we hadden de mazzel dat de groep naast onze boot boven kwam en we dus een goed zicht op de dolfijnen hadden.

Na het dolfijnen kijken werden onze bootgenoten afgezet en werden Fab en ik naar een snorkel spot gebracht. Hier hadden we een uur de tijd om het koraal op zo’n 4 meter diepte te verkennen. Het koraal was prachtig, het als de vele verschillende en gekleurde visjes die we zagen. Wat een mooie plek om te snorkelen!

Terug op het drogen hadden we nog wat uurtjes voordat Rasta ons zou halen, er wachten nog een ontbijtje op ons dus die claimde we eerst maar, daarna vonden we nog een schaakbord en speelden we een potje. We waren net klaar toen Rasta ons kwam halen. Wanna play to me? Vroeg hij Fabian, kan je het dan? Ja een beetje. In drie zetten stond Fabian mat, een beetje zij hij. Wat een held! De tweede keer had hij 5 zetten nodig en de derde keer tegen mij had hij ook 5 zetten nodig. Wat een tactiek had die gast!

We gaven het maar op en volgde Rasta op onze scooters naar zijn dorpje nog geen kilometer verderop. We parkeerde bij Rasta thuis en gingen te voet verder naar de arena, de arena was niet meer dan een stenen muurtje van een halve meter hoog en dan in een vierkant van ongeveer 6 bij 6 meter met daarboven een gammele overkapping. Niet veel maar het was genoeg voor de kippengevechten die hier dagelijks werden gehouden.

Als je van kippen houd of niet tegen dierenleed kan, sla de volgende 3 alinea’s dan alsjeblieft over.

Ronde de arena zaten heel wat mannen van de lokale bevolking, oude mannen maar ook jongen mannen. Zelfs een aantal kinderen. De oudste zoon van Rasta liep er ook rond, hij heet Ganiel en is 3 jaar oud. De arena begon zich ondertussen behoorlijk te vullen met hanen (het zijn eigenlijk de hanen die vechten, niet de kippen). Voor een gevecht gingen een groepje mannen in een cirkel op hun hurken zitten met de twee hanen die moesten vechten. De hanen werden vervolgens helemaal opgejut zonder dat ze contact met elkaar hadden. Als de hanen klaar waren voor het gevecht werden er nog speciale (vlijmscherpe) mesjes aan hun poten gebonden. Op deze manier zijn ze in staat hun tegenstander te doden. Als de mesjes vastzitten beginnen de weddenschappen. Eerst kan je voor de pot inleggen en daarna kan je onderling op een kip wedden. Als de inleg 50 000 Rupiah was en je verloor, dan betaalde je 40 000 aan de winnaar en 10 000 aan de arena.

De eerste twee rondes eindigde doordat er een kip vandoor ging, de andere kip won dan. Daarna werd het menist en stierf de eerste kip. Op de een of andere gekke manier had ik geeneens medelijden met deze kip. Hij had waarschijnlijk een beter leven gehad dan de Nederlandse plofkippen en hij hoefde niet lang te lijden. Zo ging het nog wat rondjes door: de kippen werden opgejut, van mesjes voorzien, schreeuwend werden er weddenschappen afgelegd, de kippen werden losgelaten en vlogen elkaar aan, als er een vluchten werden ze allebei opgepakt. De kippen werden op de grond gezet en er kwam een mand over ze heen, zo was er geen vluchtweg, na een paar seconden knokken onder de mand werd de mand weg getrokken en de kippen vochten verder tot er een kreupel of door bleef liggen. Buiten de arena werd het mesje weer losgehaald van de kip, had de kip gewonnen dan ging hij terug naar de eigenaar, maar was hij kreupel dan werd hij afgemaakt. Als de kip gedood was werd er een kippenpoot van hem afgesneden, dit was de prijs voor de gene die de mesjes beheerde. De rest van de kip werd verkocht.

Het is een ziek spelletje, maar hier in Indonesië aan de orde van de dag. Toen we Rasta vroegen wat er gebeurde als de politie kwam was het antwoord simpel, rennen!

Na een paar rondjes kippen vechten nam Rastaons mee terug naar zijn huis, hier ontmoetten we zijn vrouw en zijn jongste zoon (2 jaar) die lag te slapen in de schaduw. Rasta’s huis bestond uit twee kleine kamers (3 bij 3) met een gang er voor (2 bij 6) de gang miste nog een muur, de muur waar de deur in hoort. Rasta zette een bakkie koffie voor ons neer en vertelde dat hij geld nodig had voor het cement, de bouwstenen en het kozijn lagen inderdaad al klaar. Terwijl we daar rustig zaten kwam Ganiel met een tas met foto’s aan, met een glimlach vertelde Rasta het verhaal achter elke foto. Hij vertelde ook dat hij Engels had geleerd op het strand en dat hij op het toeristen rondleiden na werkloos was. zijn oudste kind (een dochter van 12) was door zijn vorige vrouw meegenomen en die leefden nu in Australië, hij zou haar waarschijnlijk nooit meer zien. Dan denk je nog maar even hoe goed wij het in Nederland hebben.

Rasta had nog een mooie plek die hij ons wij laten zien, de second watervallen. Toen ik hem vertelde dat we de Gitgit watervallen al hadden gezien schoot hij in de lag: dat is niks vergeleken met dit. Okee prima, de deal was dat we Rasta zouden betalen naar wat wij de dag waard vonden, dus vertrouwde ik Rasta dat het de moeite was. het was ongeveer 20 minuten rijden, op Rasta’s tempo dan, en dat betekend als een idioot tussen de auto’s door slalommen, dan schiet het tenminste wel op.

De second watervallen waren alles wat Rasta zij en meer, het waren meerdere watervallen die uit een jungle achtig gebied, maar ook tussen de rijstvelden vandaan tientallen meters naar beneden kletterden. Zooo gaaf! Ik trok me t-shirt uit en dook in een meertje onder een waterval. Fabian volgde me voorbeeld en. Wat een schitterende plek!

Na deze schitterende plek te hebben bezocht bracht Rasta ons weer terug naar ons hotel, hier gaven we Rasta drie ton voor deze schitterende dag en hij beloofde er cement van te gaan kopen, ook wou hij ons die avond nog meenemen naar een paar vrienden van hem, prima we zien je wel verschijnen. En inderdaad. Rasta nam ons mee naar het einde van de straat waar een paar man op de stoep rijstwijn zaten te drinken. Wij gingen er gezellig bij zitten en deden ineens ook mee. Er stond een beker in het midden en om ste beur (het kringentje afgaand) werd er een shotje genomen. Iedereen drink uit hetzelfde glas, we zijn allemaal mannen werd ons verteld, daarom drinken we uit een glas. Wijn is een beetje een gekke naam voor een drank met 40% alcohol. Maar prima, het smaakte meer naar rijs dan naar drank. Heel bijzonder!

De volgende morgen zaten we maximaal brak op de scooter en vertrokken we richting de oost kust. We waren al een paar uur aan het rijden toen er plots een onwijze mooie meid voor me kwam rijden, ze was duidelijk een toerist die achterop de scooter zat bij een gids. Ik dacht: lekker ding, ik blijf er achter hangen, en waarschijnlijk leid ze ons naar een trekpleister die we anders zouden missen. Maar na een paar minuten langzaam rijden was ik het toch zat en ging ik ze voorbij. Niet heel veel verder kwamen we langs een drukbezochte tempel, ik besloot hier te stoppen voor een paar foto’s. toen ik me scooter aan het parkeren was stond, ja hoor. Dat leuke meisje ineens naast me. Ze stelde zich voor met en behoorlijk Frans accent en ik stelde mij voor. Ik zij dat ik de tempel wou bekijken en ze vroeg of ze met ons mee kon, natuurlijk! Ze stelde zich voor als Sandrine en bleek een van de mooiste stukjes van Parijs te zijn. Ze vertelde ons dat ze die nacht de Mount Agung ging beklimmen, maar dat ze nog twee stoere jongens zocht om met haar mee te gaan, ze vertrouwde de gids toch niet helemaal. Misschien kwam het door de kater dat we besloten met haar mee te gaan, ik weet het niet meer. Maar ik wou haar best naar haar hoogtepunt brengen (Robert toch). Dus nadat we de tempel hadden gekeken volgde we onze Franse vriendin. We volgde haar gids eerst nog naar een koffieplantage waar we alles over koffie te horen kregen en 7 shotjes te proeven kregen: 3 verschillende soorten koffie, een chocomel en 3 soorten thee. Daarna bestelde we zelf nog een kop Luwak koffie, Luwak koffie is de duurste koffie ter wereld, de bonen worden opgegeten door een beest die ze vervolgens weer uitpoept, deze bonen werden gewassen en gebakken en daar word de Luwak koffie van gezet. Het resultaat is een heerlijk bakkie met een aparte smaak (gek he). Na deze plantage werden we naar het hotel gebracht waar we een paar uur hadden voor de beklimming. Het hotel had drie pools, twee hot pools en een afkoel poel, daar doken we dus eerst in, het uitzicht uit de poel was prachtig, bergen en bos, maar toen onze buitenlandse vriendin er bij kwam werd het uitzicht nog beter…

Na het badderen gingen we met zij drieën uit eten, tijdens het wachten viste Sandrine een schaakbord uit haar tas en daagde ze me uit. Prima! Voor het eten begon ik aardig goed. Toen het eten kwam stopen we en na het eten gingen we weer verder (ik maakte d’r in), het was inmiddels 9 uur toen we klaar waren en we besloten terug te gaan naar het hotel waar we nog 2 uur in bed wakker lagen. na 2 uur weren we gewekt (terwijl we nog wakker lagen) en vertrokken we naar de voet van Mount Agung. Rond middennacht begonnen we aan de klim. De gids was een boer uit de buurt die niet kon leiden. Helaas kwamen we hier te laat achter. Het pad omhoog was een bergpaatje vol grind dat in een hoek van 40% tot 60% omhoog liep. Het grind zorgde ervoor dat je iedere stap weer een halve stap naar beneden gleed, heen vermoeiend. Gelukkig had onze gids wandelstokken voor ons gemaakt, dit zorgde ervoor dat we nog een beetje grip hadden. Ander hadden we echt omhoog moeten kruipen.

Na een paar uur lopen rusten we weer eens, tijdens deze rust viel onze gids in slaap en werd hij pas na 50 minuten wakker. Geen probleem zij hij, we zij nog steeds optijd voor de zondopkomst. En dat was ook het doel: op de top staan als de zon op kwam (weer een zonsopkomst) we liepen nog een half uur door over zo’n rot pad omhoog toen we op een terras stuiten. Onze gids vertelde dat Japanse groepen hier overnachten, zij deden er dus 2 dagen over om de top te bereiken. Wij konden hier even stoppen voor een kampvuur als we wilden. Fabian en ik zijden hetzelfde: als we de zonsopkomst dan nog redden is het goed. Binnen 2 minuten had de gids een warm en groot vuur branden. Maar we zaten er te lang. Toen we verder gingen hadden we al geen zaklamp meer nodig zo hoog stond de zon al, en de gids voorspelde dat wij te laat waren. Wij te laat? Was dat niet zijn verantwoording? Maar blijkbaar was het onze schuld, terwijl hij de gids was die het al voor de 56e keer de berg op liep.

Ik heb al verteld dat de gids geen leider was. op een punt op een vulkanische gedeelte van de helling zij hij: maak hier wat foto’s dan gaan we terug. Hier gingen we niet mee akkoord en met tegenzin bracht hij ons verder naar de eerste top op meer dan 3000 meter hoogte, de derde top (de hoogste van Bali) ligt op 3142 meter. Maar door een breuk in het pad was deze helaas niet te bereiken. Maar Fab en ik vonden het goed. We waren inmiddels 7 uur (de hele nacht) bezig geweest de top te bereiken, en wat was dit nou vergeleken met de Illimani? We hebben beter gehad. Dus om 6:30 s’ochtends maakte we op de derde top de foto’s en daalden we weer af. 7 uur omhoog lopen en 4 uur naar beneden glijden. Het geraffelde pad werd er niet makkelijker op en door onze vermoeidheid werd het alleen maar zwaarder. Op een end viel Sandrine van het pad, als er geen bomen stonden had ze het waarschijnlijk niet overleefd, maar ze had mazzel. Ze bleef in de bomen hangen. Samen met de gids trok ik haar weer op het pad en we gingen weer verder. Doe maar net alsof er niks gebeurd is. Tegen half 11 waren we beneden, we hadden dus een nacht slapen verspild aan deze aanfluiting.

Eerlijk is eerlijk, het uitzicht was mooi. Maar de klim zelf was gewoon ruk!

Maximaal moe stapte we op de scooter en dwongen we onszelf wakker te blijven. Het idee was een strand op te zoeken en daar bij te slapen maar we waren al over onze slaap heen dus gingen we maar door naar de Tirtha Gangga royal pool, een water tempel. Leuk om te zien en om een paar foto’s te maken, ik heb ooit een foto gezien van Magen op deze plek, dus ik moest natuurlijk dezelfde foto hebben  en dat is gelukt.

Hierna reden we door naar Goa lawah een vleermuizen tempel. Eigenlijk is dit een 30 km diepe grot vol vleermuizen met een tempel er omheen. Indrukwekkend om te zien hoe de locals eten offeren in de grot.

Na de grot gingen we terug naar Padangbai, een toeristische plek waar we het goedkoopst konden slapen. Hier liepen we Sandrine weer tegen het lijf en spraken we af samen wat te gaan eten. Het werd niet laat omdat we alle drie een nacht door hadden gehaald, maar het eten was uiteindelijk wel goed, Fabian en Sandrine hadden uitzicht over het water en ik over iets anders moois  jamer dat ze al een vriend heeft.

De volgende dag reden we naar Ubud een trekpleister waar je al je souvenirs kan kopen. Hier hebben we wat rondgelopen voor we verder gingen naar het monkey forrest, een park met tempel vol met apen. Alleen het bos Opzich was al prachtig en al de apen ertussen maakte het alleen maar gaver. Me camera heeft hier geen moment rust gehad… op een eind hulde we ons in speciale kleren en gingen we de apen tempel in. Hier heerste totale rust qua toeristen. De apen genoten van deze rust door hier hun baby’s op te voeden. Een leuke aanschouwing.

Na de tempel gingen we via de begraafplaats en de crematie tempel naar de uitgang van het park. Me camera stond geen moment stil. Die avond zouden we in een hotel van een Nederlander slapen in Canggu. Canggu zelf vinden was geen probleem, daar kwamen we een paar uur later aan, maar het juiste hotel vinden was nog een probleem. Na 2 uren deze surfspot te hebben gezocht gaven we het op en besloten we met elk hotel genoegen te nemen. Nu bleek iedereen vol te zitten en uiteindelijk kwamen we bij een veel te duren home stay aan, maar ik was het wel een zat. We namen deze dus maar en gingen op pad voor voedsel. Helemaal mooi om tussen al die surf dudes te eten. De mooiste surf verhalen vlogen over tafel terwijl wij daar zaten. Helemaal te gek!

De volgende morgen moesten we weer optijd het hotel uit, we reden vervolgens naar het strand om daar een duik te nemen en weg te zakken in de verhalen op onze e-readers. En om uiteraard keihard te verbranden!

Tegen een uur of half 4 sloeg het weer om. Het leek te gaan regenen dus reden we maar terug naar Kuta waar we en goedkoop hotel vonden niet ver van de scooter verhuur. Na het inchecken haalden we onze backpacken op bij het hotel waar we ze gelaten hadden en namen we nog een duik in het zwembad. S ’avond probeerde we nog een aflevering lort of the rings te kijken, maar ik viel halverwege uitgeput in slaap.

De volgende morgen zaten we tijdens het ontbijt Nederlands te praten, en wat trekt Nederlands praten aan? Jawel, Nederlanders. Er kwam Geerard een Nederlandse reiziger bij ons aan tafel staan, hij vertelde dat hij de vorige dag was aangekomen en dat hij vanavond best met ons mee uit wou. We hadden al heel wat Nederlandse toeristen ontmoet, maar dit was eindelijk weer eens een reiziger (ja er is een (groot) verschil). Die dag deden we zelf weinig (scooter inleveren, reisverslag typen). Dus waarom ook niet. Die avond was het plan toch al om het hard te hitten. Dus waarom niet met Geerard?

Oei, ik zie dat ik jullie alweer veelte lang bezig hou. Ga maar weer snel verder met jullie huiswerk en zo. Dan zal ik nieuwe verhalen beleven voor me volgende verslag. Zo doet iedereen wat :P
tot de volgende keer!

  • 12 September 2013 - 21:06

    Oma Leeuwenkamp:

    Nou, nou Robert. Dat is wel weer een heel verhaal. Maar....., ik heb het Opa allemaal weer voorgelezen. Geweldig weer wat jullie allemaal meemaken. We wensen jullie nog een fijne tijd op Bali. (zonder bergbeklimmen !) Hebben jullie er al niet genoeg gehad ? Gekkigheid hoor! Groetjes maar weer vanuit een koud en nat Nederland.
    Opa en Oma.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Robert

Actief sinds 22 Mei 2013
Verslag gelezen: 260
Totaal aantal bezoekers 32828

Voorgaande reizen:

10 Juni 2015 - 10 Juni 2015

Sullowesie

13 Juni 2013 - 02 December 2013

Wereldreis met Fabian. fabdegroot.waarbenjij.nu

Landen bezocht: